Sinds de uitvaardiging van de eerste antiwitwasrichtlijn (hierna AMLD genoemd) in 1991 is het bestrijden van witwaspraktijken een belangrijk thema in de Europese financiële sector. Deze richtlijn werd al snel opgevolgd door de AMLD2 en vervolgens door de AMLD3 in 2005. In deze periode werd niet alleen het toepassingsgebied uitgebreid naar verschillende soorten instellingen, maar kwamen er ook steeds gedetailleerdere regels voor het bestrijden van de financiering van terrorisme.
AMLD4 is op 25 juli 2018 geïmplementeerd in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en in onderliggende regelgeving. Een belangrijk aspect van de Wwft is het risk-gebaseerde karakter ervan. Dit betekent dat instellingen die onder de Wwft vallen, verplicht zijn om een risk beoordeling uit te voeren van hun risico's op het gebied van het witwassen van geld (ML) en de financiering van terrorisme (TF). Sinds 2018 is de definitie van PEP (Politically prominent person) en UBO (Ultimate Beneficial Owner) aangescherpt. Ook gelden er specifieke eisen voor de Wwft governance van een instelling.
Sinds 21 mei 2020 is de vijfde anti-witwasrichtlijn, AMLD5, geïmplementeerd in de Nederlandse wet. Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen in de Wwft. Zo is de reikwijdte verder uitgebreid: meer sectoren zijn onderworpen aan Wwft verplichtingen, waaronder cryptodienstverleners.
Daarnaast hebben beheerders van vastgoedbeleggingsinstellingen nu ook verplichtingen ten aanzien van huurders van vastgoed binnen de door hen beheerde beleggingsinstellingen. Sinds de invoering van AMLD5 is de Wwft ook van toepassing op natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig bemiddelen bij het tot stand komen en sluiten van huurovereenkomsten als bedoeld in artikel 7:201 BW. Dit geldt wanneer de maandelijkse huur € 10.000 of meer bedraagt. Vanaf deze drempel treden de verplichtingen van de Wwft in werking, waaronder het doen van cliëntenonderzoek, het monitoren van transacties en het melden van ongebruikelijke transacties aan de FIU-Nederland.
Tot slot werd het UBO-register ingevoerd, dat op 27 september 2020 van kracht werd.
Op basis van AMLD5 zijn de regels van Wwft ook van toepassing op aanbieders van cryptodiensten. Zij moeten zich nu registreren bij DNB om hun diensten te kunnen aanbieden. Deze registratieplicht geldt alleen voor partijen die:
Het aanbieden van een bewaarportemonnee vindt plaats wanneer "een bedrijf diensten aanbiedt waarmee het cryptografische privésleutels beveiligt namens zijn klanten om virtuele valuta te bewaren, op te slaan of over te dragen". Dit geldt voor bedrijven die zelf de privésleutels van hun klanten bewaren. Een uitzondering hierop zijn aanbieders van niet-bewaarportefeuilles, zoals 'software wallets'.
Van het aanbieden van wisselfuncties voor virtuele valuta is sprake wanneer ‘een bedrijf voor cliënten transacties verricht of mogelijk maakt waardoor virtuele valuta worden gewisseld voor geld en vice versa’. Het wisselen van virtuele valuta kan dus op verschillende manieren, zoals:
De registratieplicht geldt alleen voor aanbieders van cryptodiensten die in of vanuit Nederland opereren of dat van plan zijn. Zij moeten zich registreren bij DNB. Zonder registratie is het verboden om in Nederland actief te zijn als aanbieder van cryptodiensten. Dit geldt ook voor Nederlandse entiteiten met alleen buitenlandse klanten.
Het dossier dat bij DNB moet worden ingediend om registratie te verkrijgen omvat:
Ruler helpt je op de hoogte te blijven van wijzigingen op de Wwft en andere relevante wetten en regels, zodra deze worden aangekondigd. Zo bent u altijd up-to-date en voorbereid op wat er gaat veranderen.
Wil je weten of je in aanmerking komt als aanbieder van cryptodiensten? Of heb je hulp nodig bij het aanvragen van een registratie? Projective Group helpt financiële instellingen bij het aanvragen van registraties of licenties. Neem gerust contact met ons op.